Doorbreken van eenzaamheid belangrijk onderwerp in gesprek over Gezond Leven
Op 18 september vond in Zaandijk de derde themabijeenkomst van de 150 dagen-tour plaats. Het gesprek ging over sport, beweging en ouder worden. Al snel bleek dat gezond leven veel meer inhoudt dan niet ziek zijn. Als een van de grootste bedreigingen voor een gezond leven werd eenzaamheid gezien. Vertegenwoordigers van diverse organisaties, waaronder GGD, cliëntenbelang, sportclubs en sociaal-maatschappelijke dienstverlening, en een aantal bewoners en raadsleden kwamen met verrassende ideeën. Wethouders Gerard Segers, Songül Mutluer, Natasja Groothuismink en Rita Noordzij luisterden aandachtig.
De pitches waarmee de wethouders de bijeenkomst aftrapten, gaven een goed beeld van de breedte van het onderwerp van de avond. Wethouder Natasja Groothuismink benaderde het onderwerp vanuit het idee dat iedereen een zinvolle dagbesteding zou moeten hebben. Daar hoort ook aandacht voor gezond leven bij. Zij stelde de vraag: “Hoe zorg je dat iedereen beweegt en gezond leeft? Wij als gemeente kunnen niet zeggen ‘u moet’, maar we proberen mensen wel te verleiden en te stimuleren om gezond te leven.”
Gerard Slegers, portefeuillehouder sport, bracht de investeringen die de afgelopen jaren in sportaccommodaties zijn gedaan ter sprake. Hij benadrukte het sociaal-maatschappelijke aspect van sport. “Sport verbroedert en zorgt voor wederzijdse waardering. Sport geef ook energie en werkt preventief. Daarom willen we ook meer mogelijkheden creëren om in de openbare ruimte te bewegen. Denk aan renveldjes en toestellen.”
Songül Mutluer vloog het thema aan vanuit de armoedeproblematiek. “Mensen met een lagere sociaaleconomische status leven 7 jaar korter”, zo stelde zij. “Daarom moeten we zorgen dat jongeren op gezond gewicht blijven en bewegen.” Ook demografisch staat ons een uitdaging te wachten. “In 2040 hebben we 40 procent meer 75-plussers dan nu. Hoe zorgen we dat deze mensen gaan participeren en sporten? En hoe brengen we ouderen en jongeren bij elkaar.”
Rita Noordzij deed daar nog een aanvulling op. “Het gaat er niet alleen om dat ouderen niet meer kunnen sporten. Het probleem is breder. Van de 65-plussers is de helft eenzaam.” Zij zocht de oplossing vooral in betrokken vrijwilligers en benadrukte het ‘samen’ in het woord samenleving. Als voorbeeld haalde zij een filiaal van Albert Heijn aan, waar medewerkers worden getraind om alert te zijn op signalen van eenzaamheid bij mensen die langs de kassa komen.
Ouderen, sport en eenzaamheid
Aan de eerste thematafel zaten Songül Mutluer en Rita Noordzij klaar voor een gesprek over ouderen en sport en al snel ging het gesprek over eenzaamheid. Eenzaamheid is vaak verborgen en Rita Noordzij vraagt de aanwezigen hoe je deze groep, met het oog op de vergrijzing, beter in beeld kunt krijgen. Nel Koppers van Alzheimer Nederland pleitte voor laagdrempelige voorzieningen, zoals het Alzheimer Café dat ze organiseert. “Sommige mensen komen zogenaamd om informatie te halen voor hun buurvrouw, maar als je dan een gesprek aanknoopt, blijkt het over henzelf te gaan.”
Sociale media als Facebook kunnen een middel zijn om moeilijke groepen te bereiken. Irma de Groot van Buurtgezinnen merkt dit ook in haar contacten met alleenstaande moeders, die verder geen netwerk hebben. Songül Mutluer vroeg naar de rol die de gemeente heeft in het bereiken van deze doelgroepen.
Bewoner Gerard Vermast wees op de vele vrijwilligers die vaak bij mensen thuis komen, zoals mensen die ouderen helpen met de belastingaangifte. Zij kunnen veel signaleren. Ook vertelde hij over een initiatief waar hij mee bezig is om een laagdrempelige gespreksgroep op te zetten rond het thema ‘gezond en actief ouder worden’. Hij volgt daarvoor een training aan de Hogeschool van Amsterdam. Het idee is dat dit initiatief in samenwerking met de hogeschool en de ouderenbond landelijk uitgerold wordt en er steeds meer gespreksleiders worden opgeleid. Wat ondersteuning van de gemeente om het professioneel op te zetten zou hij heel prettig vinden.
Songül Mutluer vindt dat er een rol voor buren is om de zogenaamde ‘onzichtbaren’, de mensen die nauwelijks nog buiten komen, op te sporen. Zij ziet wel iets in een project om gericht 75-plussers op te zoeken. Volgens Nel Koppers krijg je dan al snel problemen met de nieuwe privacywetgeving.
Karien de Ridder van de GGD waarschuwde ervoor de groep zorgmijders of onzichtbaren als groep te benaderen. “Het gaat niet alleen om ouderen”, zei ze. “Het gaat vooral om mannen tussen 45 en 70 jaar, waarvan we denken ‘die redden het wel’. Die groep komt niet naar een avond, want dat roept veel te veel schaamte op. Je moet er echt op af en aanbellen.”
Rita Noordzij vertelde dat zij onlangs bij een bijeenkomst voor ouderen vooral 40-plussers zag. “Die mensen hadden allemaal een drukke baan, maar geen netwerk.”
Van eenzaamheid ging het gesprek over in de rol die sport kan spelen om mensen uit hun isolement te halen en gezond te laten leven. Willie Copier van de cliëntenraad noemde het voorbeeld van Old Men Walking. Dit zijn ouderen die vroeger fanatiek gevoetbald hebben en nu met aangepaste regels nog steeds kunnen spelen. Voetbalclub Zaanlandia heeft dit initiatief geadopteerd. “Samen iets doen doorbreekt de eenzaamheid”, zei Copier “en het hoeft helemaal geen geld te kosten.”
Nel Koppen vertelde over simpele bewegingsattributen in de openbare ruimte die ouderen stimuleren om te bewegen en hun hersenen activeren. Ook dit is makkelijk te realiseren en goed voor alzheimerpatiënten, maar ook voor andere ouderen. Je kunt de toestellen naast de kinderspeelplaats neerzetten, dan draagt het ook nog bij aan ontmoetingen tussen ouderen en jongeren.
Jongeren en sport
Aan de andere tafel ging het gesprek over jongeren en sport, maar ook hier was het gesprek breder en ging het over de vraag hoe je bepaalde onzichtbare groepen kunt bereiken. Jan Voorberg van atletiekvereniging Lycurus vertelt over een initiatief om 12-18 jarigen die maar moeilijk in beweging komen, voor sport te enthousiasmeren. Daarvoor worden professionele trainers ingezet die bestaande sportaccommodaties gebruiken op tijden dat deze niet door anderen gebruikt worden. Om de kinderen die te weinig sporten in beeld te krijgen, ligt samenwerking met jeugdgezondheidszorg voor de hand, merkte iemand anders nog op.
Pedagoog Amber van der Meulen riep vooral op geen energie te stoppen in het bedenken van allerlei nieuwe initiatieven. “Er is al heel veel, alleen weten jeugdwerkers en sociale wijkteams niet van elkaar wat ze doen. De mensen die op zoek zijn naar aanbod zien door de bomen het bos niet meer.” Haar suggestie was daarom om één website te maken, waarop alle initiatieven te vinden zijn. Natasja Groothuismink vroeg zich af of het de taak is van de gemeente om zo’n website op te zetten. “Hoe zit het met de eigen verantwoordelijkheid van organisaties en wijkteams om elkaar op te zoeken?’
Sadegul Gunes van platform 55+ signaleerde nog een ander probleem: “Niet iedereen kan uit de voeten met digitale middelen en voor sommige groepen is er een taalbarrière”. Volgens haar zou het sociaal wijkteam die mensen moeten helpen, maar gebeurt dat onvoldoende. Zij voegde daar nog aan toe: “De onzichtbaren, dat is echt een gigantische groep.” Volgens inwoner Patrick Beijers ging het gesprek te veel over activiteiten. “Gezondheid gaat volgens mij over wie je bent en hoe je in verbinding staat met andere mensen. Dat gaat niet per se over activiteiten.”
Natasja Groothuismink was het daarmee eens. “Vroeger definieerden we gezondheid als de afwezigheid van ziekte. Tegenwoordig is het veel meer een combinatie van hoe je je voelt in verschillende levensgebieden; over samenhang tussen zingeving, geluk en gezondheid.” Amber van der Meulen benadrukte dat je met heel veel mensen kunt zijn en je toch eenzaam kunt voelen. Zij pleit voor een netwerker in elke wijk, die iedereen kent, goed benaderbaar is, geen ingewikkelde taal spreekt en met de jongeren een balletje gaat trappen om met ze in contact te komen.
Gerard Slegers vroeg zich af of dat niet de rol is die de wijkmanagers nu vervullen, maar volgens Van der Meulen staan die te ver van de mensen af en bereiken ze daardoor bepaalde groepen niet. Gerard Slegers had een andere indruk en nam het op voor de wijkmanagers. Wel nam hij de opmerking mee hoe je op een laagdrempeligere manier contact met jongeren kunt leggen.
Pieter Griends van Sociaal-Maatschappelijke Dienstverlening zat al een tijd iets dwars in het gesprek. “Het gaat over mensen, maar wij zijn alleen bezig mensen iets op te dringen. Ze moeten zelf komen.” Daarop vroeg Natasja Groothuismink of we mensen die niet willen dan maar moeten laten zitten. Nee, was de teneur aan tafel. Je moet mensen blijven stimuleren en daarvoor blijft het nodig om mensen actief op te zoeken.
Verrast over alle initiatieven
De wethouders waren zeer tevreden met de opbrengst van de avond. Rita Noordzij gaf terug dat eenzaamheid echt een van de grote problemen is en was blij dat ze nieuwe organisaties en mensen had leren kennen die daarmee bezig zijn. Gerard Segers was vooral verbaasd over alle initiatieven die er al zijn, maar ook over hoe lastig de communicatie is tussen al die organisaties onderling en met bewoners. Ook de aanwezige organisaties gaven aan dat het heel waardevol was om van andere organisaties te horen waar ze mee bezig zijn. Dat werd gezien als een belangrijke aanzet om gezamenlijk dingen voor elkaar te krijgen.